Achter de schermen heb ik samen met Met14 hard gewerkt aan een nieuw lifestyleprogramma. Dit programma heet Voedsel Voor Je Geest. Het lifestyleprogramma dat zich richt op voeding en gezondheid. We gaan in op actuele onderwerpen rondom voeding die in de maatschappij leven en delen daar informatie over. Kortom, wij geven Voedsel Voor Je Geest! Ik ben trots en dankbaar❤

Voedsel Voor Je Geest?

Voedsel Voor Je Geest is een lifestyleprogramma dat zich richt op voeding en gezondheid.

Wat gaat Voedsel Voor Je Geest doen?

Voedsel Voor Je Geest gaat in op actuele onderwerpen rondom voeding die in de maatschappij leven en deelt daar informatie over. Onze kennis halen wij uit de wetenschappelijke literatuur, dit presenteren we vervolgens op een no-nonsense manier. Kortom, wij geven Voedsel Voor Je Geest.

Waarom Voedsel Voor Je Geest?

Veel mensen zijn bang geworden voor eten door allerlei voedselhypes. Dat vinden wij erg. Voeding is namelijk iets moois en daarvan moeten we genieten en profiteren. Voedsel Voor Je Geest schept orde in de onduidelijke wereld van voeding. En daarnaast zoomen we ook in op het mentale aspect. Je fit voelen heeft namelijk te maken met een gezond lichaam en een gezonde geest.

Volg ons op instagram,facebook of youtube

Er is reeds een zoete oorlog aan de gang. Suiker krijgt er flink van langs en wordt als misdadiger neergezet. Veel adviezen worden er gegeven waarin je suiker moet weren. Suikervrij eten schreeuwt men. Veel van deze informatie is onjuist en moet genuanceerd worden. Hieronder staan 4 belangrijke punten over suiker waar je zeker iets aan hebt.

1#Suiker heb je nodig!

Zie suiker niet als boosdoener. Suiker is een vriend en dé belangrijkste brandstof voor je hersenen en centraal zenuwstelsel. Je hebt het simpelweg nodig om alles goed te laten verlopen. Zonder voldoende suiker ben je niemand. Weinig energie, je concentratievermogen is een lachertje en een goede training doen gaat je niet lukken (1-2). Zie suiker ook niet als alleen maar dat spul wat je uit de suikerpot haalt. Suiker is veel meer dan dat. Suiker komt voor in, inderdaad snoep, koek en frisdrank maar suiker zit ook in zuivel, aardappelen, graanproducten, pasta, peulvruchten en ja groente en fruit. Wist je dat? Suiker is eigenlijk een overkoepelende term voor verschillende soorten suiker afkomstig uit verschillende soorten producten (3).

2#Verschillende soorten

Suikers of koolhydraten (zo worden ze ook genoemd) worden onderverdeeld in enkelvoudige suikers of meervoudige suikers. Enkelvoudige bestaan uit één of twee moleculen en meervoudige uit meerdere. Scheikundig is dit een verschil. Voor het lichaam maakt het echter niet veel uit. Het afbreken van enkelvoudige suikers gaat wellicht iets sneller dan bij meervoudige suikers, maar uiteindelijk wordt de suiker afgebroken tot glucose (brandstof voor het lichaam) (3). Een suiker is dus een suiker en van het ene soort wordt iemand niet opeens dikker dan van het andere (4-8).

3#En suikervrij leven dan?

Suikervrij leven is niet haalbaar en daarnaast kan het ook helemaal niet. Het is een vreemde hype en mensen die dit promoten moeten wat mij betreft voor een vuurpeleton. Wil je geen suikers binnenkrijgen dan zul je een hoop producten moeten vermijden. Frisdrank, koek en snoep maar ook zuivel, fruit, groente, aardappelen, granen en peulvruchten. De eerst opgenoemde producten bevatten weliswaar niet echt veel nuttige voedingsstoffen maar laatst opgenoemde wel. Onmogelijk en je gaat voedingsstoffen missen. Wel is het een mooi streven om weinig mogelijk toegevoegde suikers binnen te krijgen. Dit zijn veelal bewerkte producten met toegevoegde suiker en die daardoor veel calorieën bevatten. Maar 100% suikervrij leven is echt heel raar.

4#Maar kan je verslaafd zijn aan suiker?

Het antwoord is nee. Heb jij ooit de drang gehad om een zak suiker in één keer leeg te eten? Nee precies. Bevindingen uit de wetenschap laten dit overigens ook niet zien. Bewijzen ontbreken simpelweg. Bij een verslaving kan je niet meer zonder de desbetreffende stof, je gebruikt grote hoeveelheden, je verlangen is niet te onderdrukken en er ontstaan lichamelijke en psychische klachten. Dat is bij suiker toch echt niet zo. Wel is het zo dat suiker erg geliefd is. We eten graag producten die zoet zijn, dat is een biologische drift maar om dat nou een verslavende stof te noemen? Dat gaat wel erg ver vind je niet? (9-11).

Bronnenlijst

  1. Whitney E, Rolfes, SR. Understanding Nutrition. Twaalfde druk. Wadsworth: Cengage Learning; 2008. Hoofdstuk 4
  2. De jong, F.M. Ons voedsel. Over wat erin zit, hoe het wordt gemaakt & wat het met ons doet. s’- Graveland; Fontaine Uitgevers BV; 2008. Hoofdstuk 2
  3. De jong, F.M. Ons voedsel. Over wat erin zit, hoe het wordt gemaakt & wat het met ons doet. s’- Graveland; Fontaine Uitgevers BV; 2008. Hoofdstuk 2
  4. Pliquett RU, Führer D. The effects of insulin on the central nervous system–focus on appetite regulation. Hormone and Metabolic Research. 2006 Beschikbaar via: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/16933179
  5. Schoeller DA. The energy balance equation: looking back and looking forward are two very different views. 2009 Beschikbaar via: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19386028
  6. Schoeller DA, Buchholz AC. Energetics of obesity and weight control: does diet composition matter? 2005. Beschikbaar via: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15867892
  7. Boelsma E, Brink, E.J, Stafleu, A, Hendriks, H.F.J. Measures of postprandial wellness after single intake of two protein-carbohydrate meals. 2010 Beschikbaar via: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0195666310000188
  8. Reid, M, Hammersley,R, Skidmore, P. Long-term dietary compensation for added sugar: effects of supplementary sucrose drinks over a 4-week period. 2007. Beschikbaar via: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17217576
  9. Benton D. The plausibility of sugar addiction and its role in obesity and eating disorders. Clin Nutr 2010; 29: 288–303.
    10.Hebebrand J, Albayrak O, Adan R, Antel J, Dieguez C, de Jong J et al. “Eating addiction”, rather than “food addiction”, better captures addictive-like eating behaviour. Neurosci Biobehav Rev 2014; 47: 295–306.
  10. Jong JW de. Eating addiction? The nerves and fibers that control food intake. ISBN: 978-94-6228-642-9. Publisher: Utrecht University.

Er is één ding zeker in deze wereld, en dat is dat je geen kanker wilt krijgen. Kanker is hartstikke kut en een groot gezwel dat als een donkere wolk boven ons hoofd hangt. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het Wereld Kanker Onderzoek Fonds (WCRF) geven gelukkig aanbevelingen om het risico op kanker te verkleinen (1). Vlees bijvoorbeeld, verhoogt het risico op kanker. Maar betekent dit nu dat je vlees moet schrappen? Of hoe zit dat precies?

Welke aanbeveling is gedaan?

Aan de hand van wetenschappelijk onderzoek hebben de WHO en het WCRF een aanbeveling gedaan. Deze aanbeveling hebben ze gedaan voor bewerkt-en rood vlees. De aanbeveling is om bewerkt vlees niet te eten of bij uitzondering én eet niet meer dan 500 gram rood vlees per week (1).

Rood en bewerkt vlees

Met rood vlees bedoelen we overigens vleessoorten die rood van kleur zijn als ze rauw zijn. Een stukje rundvlees, een stukje varkensvlees of lamsvlees maar ook zeker een stukje geitenvlees. Met bewerkt vlees bedoelen we dan weer vlees dat is geconserveerd door het of te drogen, roken, zouten of door er conserveringsmiddelen aan toe te voegen. Denk aan ham, denk aan salami of bacon of denk aan zo’n overheerlijke rookworst (2).

Waarom deze aanbeveling?

Welke stoffen er precies kanker veroorzaken is niet helemaal duidelijk. Maar dat er sterke aanwijzingen zijn is echt wel duidelijk. Bij roodvlees bijvoorbeeld blijkt dat bij meer dan 500 gram per week het risico op darmkanker omhoog gaat. Een verklaring hiervoor is dat het heemijzer in vlees de darmwand kan beschadigen. Bij bewerkt vlees is de bewijskracht ook overtuigend. Dit vlees wordt geconserveerd door het te roken, drogen, zouten of door er conserveringsmiddelen aan toe te voegen. Door deze conservering kunnen carcinogenen (kankerverwekkende stoffen) ontstaan. Deze carcinogenen kunnen cellen in ons lichaam beschadigen. Kortom, bewerkt- en rood vlees kan inderdaad het risico op kanker verhogen (1-2).

Maar moet je rood-en bewerkt vlees nu vermijden?

Het klopt inderdaad dat bewerkt- en roodvlees risico op kanker kan verhogen. Echter gaat het bij voeding altijd om de dosis en de context. Bewerkt- en rood vlees verhoogt het risico op kanker, alleen zijn er veel meer factoren die bepalen of iemand kanker krijgt. Denk aan erfelijkheid, leeftijd, overgewicht of een ongezond voedingspatroon. Maar vooral ook bijvoorbeeld roken of alcohol. Kortom, het gehele voedings- en leefpatroon is doorslaggevend. Alleen vlees gaat in mijn ogen niet bepalen of iemand wel of niet kanker gaat krijgen. Het geheel is meer dan de som der delen. Met mate hierin wil ik best als advies geven. Daarnaast moeten we ook niet vergeten dat vlees belangrijkste voedingsstoffen bevat zoals eiwitten, B-vitamines en mineralen zoals ijzer, chroom, zink en selenium (3-4).

Conclusie

De wetenschap is best wel duidelijk over vlees en kanker. Meer dan 500 gram rood vlees verhoogt inderdaad het risico op darmkanker en ook bewerkt vlees kan carcinogenen (kankerverwekkende stoffen) produceren. Alleen zijn er ook andere risicofactoren die bepalen of iemand kanker krijgt. Erfelijkheid, leeftijd, overgewicht of een ongezond voedingspatroon. En wat dacht je van roken of alcohol? De vraag of vlees alleen voor kanker kan zorgen is dan ook een terechte. Een hele terecht zelfs. Het krijgen van kanker hangt af van veel verschillende factoren af niet van één aspect. Focus je op het geheel is mijn advies!

Bronnen

1.World Health Organization. International Agency for Resarch on Cancer. IARC Monographs evaluate consumption of red meat and processed meat 2015. Beschikbaar via: http://www.iarc.fr/en/media-centre/pr/2015/pdfs/pr240_E.pdf
2. Wereld Kanker Onderzoek Fonds. Vlees en Kanker. Beschikbaar via: http://www.wkof.nl/nl/kanker-voorkomen/verklein-de-kans-op-kanker/vlees-en-kanker
3. De Jong, F.M. Ons voedsel. Over wat erin zit, hoe het wordt gemaakt & wat het met ons doet. ’s-Graveland:Fontaine Uitgevers BV;2008. Hoofdstuk 12
4. Catsberg, C.M.E, Kempen-van Dommelen, G.J.M. Levensmiddelenleer. Baarn: Hbuitgevers; 2008.Hoofdstuk 5